Steeds groter drama in tien zinnen

  1. Ik sta opeens stil, omdat er in de verte een gil klinkt.
  2. In de verte, maar niet richting horizon.
  3. Plots valt er een hand voor me op de grond.
  4. Een hand, een afgerukte hand.
  5. Nu gil ik zelf en ik kijk omhoog.
  6. Een vrouw, tenminste, ik geloof dat het een vrouw is, komt met een rotvaart naar beneden.
  7. Terwijl ik al weglopend omhoog kijk, valt er een schaduw over me heen.
  8. De vrouw ploft op de grond, op de plek waar ik net stond.
  9. Ik ren nu zonder om te kijken, tot ik de zon weer zie schijnen.
  10. Met een enorme dreun raakt het vliegtuig de grond.
Categorieën: Schrijfsels